Montferland

Halfharnas

Vanaf de Romeinse tijd tot in de 15e eeuw bestond een harnas voornamelijk uit metalen ringetjes en werd een maliënkolder genoemd. Deze gaf maar beperkte bescherming, vooral tegen snijwonden. Vanaf de 13e eeuw lukte het om op grotere schaal smeedijzeren platen te produceren, waardoor het maken van grote harnasonderdelen haalbaar werd. Een plaatharnas biedt betere bescherming, ook tegen steek- en slagwapens, en is ook nog eens lichter dan een maliënkolder.

In de loop van de Tachtigjarige Oorlog vond een modernisering van het leger plaats. Er werd zwaarder geschut gebruikt, de tactiek werd verbeterd en de soldaten werden beter uitgerust. Vuurwapens werden steeds meer gebruikt en ook steeds meer geproduceerd in de Nederlanden. Ze werden zelfs een gewild exportproduct. Helaas boden de dunne plaatharnassen weinig bescherming tegen vuurwapens. Militairen te paard en te voet droegen daarom vaak een stalen borstplaat (kuras) van 2 tot 3 mm dik die redelijke bescherming bood tegen musketkogels. Bij Kasteel Huis Bergh in ’s-Heerenberg zijn een aantal halfharnassen, waaronder deze, te zien.