Kanon

Het kanon is gevonden bij het slopen van de voormalige synagoge aan de Nieuwstad in Doetinchem. Dit kanon is een klein type. Het is 2,5 m lang, de doorsnede van de loop is 20 cm en aan de binnenkant van de loop 4 cm. Dit soort kanon kwam van 1550 tot 1650 veel voor in Europa. Het kanon kreeg de naam “veldslang”. In die tijd betekende “slang” ook wel geschut. De veldslang werd van gietijzer gemaakt.

Een kanon werd op een onderstel (affuit genoemd) geplaatst. Meestal werden loden kogels gebruikt. Voor het gebruik werd eerst buskruit in het kanon gebracht, gevolgd door een loden kogel. Door een brandende lont in het zundgat (een gat aan de achterzijde van de loop) te steken, ontplofte het buskruit, waardoor de kogel werd afgevuurd. Per uur konden 10 schoten worden gelost, daarna volgde 1 uur afkoelen.