Oost Gelre

Belegering van Groenlo, 1606

De vestingstad Groenlo was na een beleg door Prins Maurits in 1597 in Staatse handen gekomen. Groenlo lag uitermate strategisch op een landroute van oost (Westfalen) naar west (de IJsselsteden, Holland), die dwars door een uitgestrekt veengebied liep. Je kwam niet om Groenlo heen, vandaar dat het bezit van de stad cruciaal was om de landroute en een groot deel van Oost Nederland onder controle te houden. Daar dachten de Spanjaarden precies zo over. De Spaanse bevelhebber Spinola belegerde de vestingstad van 3 tot 14 augustus 1606 en nam uiteindelijk de stad in. Een tegenaanval bleef niet uit, maar Prins Maurits wist de stad niet terug te veroveren. Op de prent zien we de Spaanse belegering rond de stad. Het stedelijk garnizoen verlaat rechtsboven de stad terwijl de Spaanse soldaten rechtsonder de stad binnentrekken. Links van de stad staat veelzeggend: MORAS (moeras). Vanaf 1606 gebruikten de Spanjaarden Groenlo als uitvalsbasis voor belastingheffingen, plunderingen en militaire operaties in de Achterhoek en Veluwe. Aan de Spaanse onderdrukking kwam een einde toen stadhouder Frederik Hendrik in 1627 Groenlo belegerde en uiteindelijk veroverde. Dit beleg van Groenlo is de bekendste, maar was dus het zoveelste beleg in de oorlog. Het onderstreept het strategisch belang van de stad.