Oost Gelre

Circumvallatielinie

Wanneer het Staatse leger in de avond van 20 juli 1627 voor Grol (Groenlo) komt, overnachten de ongeveer 25.000 soldaten in de stromende regen in het veld. De volgende dag gaan landmeters meteen aan het werk om de drie grote kampementen om de stad aan te leggen. Die kampementen worden daarna met elkaar verbonden door een wal en een gracht. Hierdoor ontstaat een cirkel om Grol heen met een totale lengte van ongeveer 17 km (’vijf uur gaans te paard’). In deze linie worden allerlei verdedigingswerken aangelegd, zoals redoutes, hoornwerken en schansen. Die hebben vooral tot doel de belangrijkste toegangswegen naar de stad te controleren. De linie ligt ongeveer 2,5 km van de stad, buiten het bereik van de kanonnen van Grol. Het doel van deze circumvallatielinie is het afsluiten van de stad van de buitenwereld: er kan niemand meer in of uit.

De belangrijkste functie van de linie is het kunnen weerstaan van een ontzettingspoging. Vanaf de eerste dag is duidelijk dat er een groot Koninklijk leger onder leiding van Hendrik van den Bergh naar Grol onderweg is en zal proberen het Staatse leger te verjagen. Er wordt dus met man en macht gewerkt om de circumvallatielinie verdedigbaar te hebben voordat het ontzettingsleger bij Grol aankomt. Dat er haast geboden is blijkt wel uit het feit dat zelfs officieren helpen bij het graafwerk.

Het Koninklijke leger komt inderdaad naar Grol en strijkt begin augustus neer bij Vreden. Frederik Hendrik, de bevelhebber van het Staatse leger, besluit daarop de linie vooral aan de oost- en zuidzijde extra te versterken door een dubbele gracht aan te leggen en bij het kampement van Ernst Casimir een extra hoornwerk. Na een mislukte nachtelijk aanval door het Koninklijke leger op dat hoornwerk is duidelijk dat Grol op dat moment feitelijk verloren is. Op 19 augustus wordt het capitulatieverdrag gesloten. Grol is Staats. Na de capitulatie laat Frederik Hendrik de circumvallatielinie dichtgooien om te voorkomen dat de aardwerken het Koninklijke leger nog tot nut kunnen zijn.
 
Daarna blijft het eeuwen rustig rond de overblijfselen van de circumvallatielinie. De boeren nemen hun grond weer in bezit en veel van de resten worden geëgaliseerd. In de twintigste eeuw worden de wallen en grachten van een van de schansen, de Engelse schans, nog intensief gebruikt als motorcrossterrein. Er worden wereldkampioenschappen verreden. In 2002 wordt de Engelse Schans, na archeologisch onderzoek, in originele staat hersteld. De contouren van de Franse schans worden in 2003 in een maïsveld ontdekt. Verdere onderzoeken hebben nog meer ontdekkingen en een publicatie tot gevolg.
 
Al deze gebeurtenissen hebben geleid tot hernieuwde aandacht voor de circumvallatielinie uit 1627. In 2016 worden de resten van de linie, die nog voor een groot deel ongeschonden in agrarisch gebied liggen, aangewezen als Archeologisch Rijksmonument. Het is daarmee een van de grootste maar ook meest onzichtbare monumenten van Nederland. Deze 3D reconstructie laat één van de schansen zien die onderdeel uitmaakte van de circumvallatielinie: de Engelse schans.