Aalten

Geldkist

In de Achterhoek werd tijdens de Tachtigjarige Oorlog meer en veel langer dan in West-Nederland strijd gevoerd. In deze periode waren er geen staande legers, beide partijen maakten gebruik van huurlingen. Zij verdienden weinig en soms zelfs niets. Het was gebruikelijk dat ze hun salaris aanvulden door in overwonnen gebieden te plunderen. Goederen en vee werden meegenomen en huizen werden vernietigd. Keer op keer moest door plaatselijke gemeenschappen oorlogscontributies betaald worden. De Achterhoekse bevolking sloeg voor deze legers en het geweld op de vlucht waardoor het platteland ontvolkt raakte. Voor de inwoners van de Achterhoek was het een zware tijd.

De oorlogssituatie was echter niet voor iedereen even problematisch. Herbergiers en bierbrouwers verdienden goed dankzij voorbijtrekkende of ingekwartierde soldaten en geldschieters verdienden dankzij de hoge rentes ook goed de kost.

In het Onderduikmuseum in Aalten is een geld- en documentenkist te bewonderen uit de periode van de Tachtigjarige Oorlog, met een ingenieus ontworpen slot. Ook hieruit blijkt dat niet iedereen toen arm was. Wie weet was de geldkist wel van Gertrud von Millendonk. Zij was echtgenote van Jacob van Bronckhorst-Batenburg en vrouwe van Anholt. Na het overlijden van Jacob van Bronckhorst (die voor de Spanjaarden vocht) in de strijd, had zij van 1582 tot 1612 de leiding over de Heerlijkheid Bredevoort.