Berkelland

Spaanse mat
(en andere munten)

Het uitbreken van de Tachtigjarige Oorlog veroorzaakte in Holland grote financieringsproblemen. De Staten van Holland gingen daarom in 1573 belasting heffen op al het in omloop zijnde geld. Daarvoor lieten ze het geld stempelen (kloppen). Voor acht ongeklopte munten kreeg men zeven munten met een klop. De achtste werd gehouden door de Staten van Holland. Onze uitdrukking: “iemand geld uit de zak kloppen”, komt hier vandaan. Ook besloot men toen tot het slaan van verschillende eigen munten, waaronder een grote zilveren munt die leeuwendaalder werd genoemd. De naam van Philips II, destijds nog de wettige landsheer, ontbrak op de leeuwendaalder.

In 1603 werden in Holland de slechte provinciale munten van de andere gewesten verboden. In de rest van Nederland werden de meeste munten nog wel geaccepteerd. In de omgeving van de Overbielseweg in Borculo heeft een amateurarcheoloog een Spaanse mat gevonden uit de periode van de Tachtigjarige Oorlog. Spaanse mat was de Nederlandse bijnaam voor een zilvermunt van 8 realen die in gebruik was in het Spaanse Rijk. Ook het geld van de vijand werd dus gewoon gebruikt in deze periode.