Bronckhorst

Kanonskogels

Kanonnen waren er in allerlei soorten en maten. Je had de kleinere “veldslang” zoals die ook gevonden is in Doetinchem, maar ook veel grotere en zwaardere kanonnen. En er waren kanonnen die in een rechte lijn schoten (vlakbaangeschut) en kanonnen die in een kromme lijn over hindernissen heen konden schieten (krombaangeschut), ook wel mortieren genoemd. Vanwege deze verschillen tussen de kanonnen, waren er ook verschillen tussen de kogels.

De metalen kogels (van gietijzer of koper) hadden verschillende gewichten (o.a. 2, 6, 12, 24 en 48 pond). De kogels van 24 pond konden tot ongeveer 3000 m worden afgeschoten. In Museum Smedekinck in Zelhem zijn kogels van ½, 1, 2, 2½, 4½, 6, 10 en 12 pond te zien uit de periode van de Tachtigjarige Oorlog. De kogels zijn allemaal gevonden in Zelhem. In plaats van de ronde, metalen kogels werden ook wel “kardoezen” gebruikt. Dit waren bussen gevuld met musketkogels en schroot.