Aalten

Belegering van Bredevoort

De vestingstad Bredevoort was van groot strategisch belang in de Tachtigjarige Oorlog. De plaats lag op een doorgaande weg (brede voorde) in het uitgestrekte veengebied dat de oostgrens van de Nederlandse Republiek beschermde. Wie de vestingstad had controleerde de grens en het verkeer. Op 14 maart 1606 werd het stadje Bredevoort door de Spaanse bevelhebber Guielmo Verdugo en Louis de Comboursier door middel van een list veroverd. Gooswijn van der Lawick wist met een klein garnizoen en burgers acht dagen stand te houden op het kasteel Bredevoort. Frederik Hendrik, de latere stadhouder, kwam met een legermacht te hulp en ontzette de stad op 22 maart. Op de prent zien we bovenin het dorp Aalten en rond een waterig ommeland van Bredevoort liggen de troepen van Frederik Hendrik klaar voor de aanval. Een voorwerk van de stadspoort gaat na een zware beschieting in vlammen op en het kasteel, waar Van der Lawick standhield, wordt via ‘de achterdeur’ via bootjes bevoorraad met mensen en wapens. Uiteindelijk bliezen de Spanjaarden de aftocht. Na het beleg werd besloten Bredevoort te voorzien van nog zwaardere en modernere vestingwerken. Vanaf dat moment bleef deze strategische plek aan Staatse zijde.